Geplaatst: donderdag, 20 juni 2013

Never waste a good crisis. Deze kreet hoor ik de laatste tijd regelmatig voorbijkomen. Er zijn gelukkig mensen die in de moeilijke economische tijden waarin we verkeren ook mogelijkheden zien voor positieve veranderingen. Wat mij betreft is deze zin zeker van toepassing op de manier waarop wij naar de woningmarkt kijken. Pas nu er een einde is gekomen aan de decennialange stijging van de prijs van vastgoed, ervaren wij weer dat een huis in eerste instantie bedoeld is om prettig in te leven en eigenlijk geen beleggingsobject is. Een uitgelezen kans voor vastgoedtaxateurs om eens kritisch naar zichzelf te kijken en hun methoden aan te passen aan deze nieuwe tijdgeest.

Er zijn in Nederland diverse partijen die zich bezighouden met het taxeren van vastgoed. Overheid, taxatiebureaus, accountants, verzekeraars en banken gebruiken echter verschillende methodes en afhankelijk van het doel komen daar verschillende waarderingen uit. Zo kan het gebeuren dat de overheid de WOZ-waarde veel te hoog bepaalt en een verzekeraar bij schade vijftig procent te laag zit. Tal van soorten energielabels en bouwgaranties zorgen voor veel onduidelijkheid. De waarderingsbandbreedte van taxatierapporten is bovendien vaak fors. Soms wel 30% naar boven en naar beneden ten opzichte van de reële waarde en dat is veel geld. Ga maar na: een huis waarbij de vraagprijs 200.000 euro is, kan dus getaxeerd worden op een waarde die ligt tussen de 140.000 en 260.000 euro.

Taxeren zou moeten gebeuren vanuit één enkele doelstelling; het komen tot een feitelijk onderbouwde en daarmee realistische vastgoedwaarde, op basis van de juiste waardebegrippen. Het is in mijn ogen bijvoorbeeld onbegrijpelijk dat ‘afschrijving’ geen factor is, terwijl makelaars wel werken met het fenomeen ‘ouderdomsclausule’. Iemand die een elektrische auto koopt, houdt rekening met de te verwachten levensduur van de accu en dus met een investering binnen een aantal jaar, van enkele duizenden euro’s. De prijs die we willen betalen voor een tweedehands computer laten we voor een belangrijk deel afhangen van het aantal jaar dat deze normaal gesproken nog meegaat. En uitgerekend bij normaal gesproken de grootste aankoop in een mensenleven wordt voorbijgegaan aan de waardevermindering van de verschillende onderdelen van het object.

Het risico van een taxatie die met dit soort aspecten geen rekening houdt, is voor de koper. Deze moet op korte termijn een flinke extra investering doen wanneer bijvoorbeeld technische installaties onverwachte gebreken vertonen. Het is dan ook van groot belang dat de consument anders naar het taxatierapport leert kijken en opdracht verstrekt aan een taxateur die zijn vak goed beheerst. Zeker nu de overheid als toezichthouder de bescherming op de bouwkwaliteit verder overlaat aan de markt. Voor taxateurs liggen er volop mogelijkheden om zich richting hun klanten te profileren met nieuwe dienstverlening. Passend bij een nieuwe wereld.